Paragrafen

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Financiële kengetallen

Een deugdelijke en transparante rekening is in het belang van een goede controle door de raad op de financiële positie van de gemeente. Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting / rekening en kunnen helpen bij de beoordeling van de (ontwikkeling van de) financiële positie.

Rekening 2019

Verloop van de kengetallen 

Kengetallen:

norm

Begroting
2019

Rekening
 2019

Begroting
2020

Begroting
2021

Begroting
2022

Begroting
2023

netto schuldquote

163%

148%

159%

160%

155%

145%

netto schuldquote gecorrigeerd voor  alle verstrekte leningen 

120%

124%

111%

124%

128%

126%

119%

solvabiliteitsratio

20%

9%

9%

8%

7%

8%

9%

structurele exploitatieruimte 

0

-0,5%

0,9%

0,2%

0,4%

1,4%

1,8%

grondexploitatie excl. Meerstad

6,2%

6,7%

7,1%

6,0%

5,6%

4,3%

grondexploitatie incl. Meerstad

33,6%

32,1%

35,3%

33,2%

32,1%

31,8%

belastingcapaciteit

103,6%

108,8%

111,5%

112,4%

112,7%

113,3%

Onderstaand geven we een toelichting op de kengetallen. Onder de toelichting is het oordeel opgenomen.

Netto schuldquote
Dit cijfer geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de gemeentelijke baten. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage is gunstig.

Een hoge netto schuldquote hoeft niet direct een probleem te zijn. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten, die worden doorgeleend aan derden zoals woningbouwcorporaties.
Om inzicht te krijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen).
De netto schuldquote van een gemeente ligt meestal tussen de 0% en 90%. Bij een hogere netto schuldquote is de gemeenteschuld relatief hoog (oranje). Als de netto schuldquote boven de 130% uitkomt, dan bevindt de gemeente zich in de gevarenzone (rood). De genoemde percentages zijn grove vuistregels.
Voor een genuanceerder beeld van de schuldpositie moet ook worden gekeken naar de voorraad bouwgronden en de uitgeleende gelden. Gemeenten met veel grond hebben meer schulden en dus een hogere schuldquote. Dit geldt ook voor de gemeente Groningen. Wij hebben grondposities voor woningbouw en bedrijventerreinen. Voor die gronden hebben we schulden gemaakt. Rente en aflossing van deze schuld drukken niet direct op de begroting, maar dienen te worden opgevangen binnen de grondexploitaties met de opbrengsten uit de verkoop van de grond.
De gemeente Groningen heeft ook leningen voor derden aangetrokken, deze leningen worden één op één doorgegeven. Bij de schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen worden deze leningen geëlimineerd. Dit geldt dus ook voor de verstrekte leningen aan de CV Meerstad. De leningen voor de overige gemeentelijke grondexploitaties zitten wel in deze schuldquote.
Onze schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen is 111%.
Voor wat betreft de netto schuldquote wordt de verbetering ten opzichte van de begroting 2019 vooral veroorzaakt door een lagere dan begrote netto-schuld. Die netto-schuld is grof afgerond 120 miljoen euro lager dan begroot. Hiervan wordt 40 miljoen veroorzaakt door een vlottende schuld (saldo korte schulden en uitzettingen, incl. overlopende posten) en voor ca. 80 miljoen door lagere lange schulden. Aan de korte kant heb je veel te maken met toevalstreffers en de lagere lange schuld wordt veroorzaakt door een lager investeringsniveau en door korte mismatchfinanciering. Deze oorzaken zijn incidenteel van aard

Voor de netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen streven we naar een waarde onder de 120%. Bij een schuldquote boven de 130% vallen gemeenten in de meest-risicovolle categorie. Bij een schuldquote boven de 130% nemen we maatregelen om de schuldquote weer onder de 130% te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld door het aanvullen van de gemeentelijke reserves.

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal wordt bepaald door de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. Het geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van een gemeente.
De solvabiliteitsratio in 2019 is 9%. Dit is laag in vergelijking met andere gemeenten en ligt ruim onder de 20%. Met een solvabiliteit van minder dan 20% vallen gemeenten in de meest risicovolle categorie. Dit is wel logisch gezien onze hoge schulden door de gemeentelijke grondposities. In voorgaande en in de begroting 2029 hebben we reserves ingezet ter dekking van de opgaven. Het eigen vermogen neemt daarom af. Het effect daarvan is een lager solvabiliteitsratio in de jaren 2019 en verder.

Voor de lange termijn streven we naar een streefwaarde van 20% voor de solvabiliteit. Dit sluit aan bij de noodzaak tot versterking van onze financiële positie. Het betekent echter niet dat we de streefwaarde op korte termijn kunnen realiseren, zeker niet gezien het actuele financiële perspectief. Voor de korte termijn hanteren we een streefwaarde van 10%.
Een verbetering van de solvabiliteit wordt bereikt door een verlaging van de opgenomen leningen en een versterking van de reserves. Met het benoemen van deze streefwaarde geven we aan dat de versterking van de reserves de komende periode een belangrijk aandachtspunt is.

Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. De belangrijkste structurele baten zijn de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting (OZB). Dit kengetal geeft het verschil tussen de structurele baten en lasten ten opzichte van de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. In onderstaand overzicht is de omvang en ontwikkeling van de structurele lasten en baten opgenomen.

STRUCTUREEL EVENWICHT
(Bedragen x 1,000 euro)

Begroting
2019

Rekening
 2019

Begroting
2020

Begroting
2021

Begroting
2022

Begroting
2023

Totale lasten

1.093.562

1.198.670

1.080.927

1.067.205

1.062.215

1.064.370

Incidentele lasten

-57.307

-79.316

-43.744

-23.245

-15.124

563

Incidentele toevoegingen reserves

-21.159

-32.909

-19.912

-12.695

-15.049

-22.009

Structurele lasten (A)

1.015.096

988.192

1.017.271

1.031.265

1.032.042

1.042.924

Totale baten

1.093.562

1.140.906

1.080.927

1.067.205

1.062.215

1.064.370

Incidentele baten

-3.535

-39.058

-17.833

-9.215

-4.768

-1.000

Incidentele onttrekkingen reserves

-80.283

-105.872

-43.316

-22.914

-10.835

-1.477

Structurele baten (B)

1.009.744

997.040

1.019.778

1.035.076

1.046.612

1.061.893

Structurele exploitatieruimte (B-A)

-5.352

9.531

2.507

3.811

14.570

18.969

Structurele exploitatieruimte in procenten

-0,5%

0,9%

0,2%

0,4%

1,4%

1,8%

De structurele exploitatie ruimte van 0,9% in 2019 geeft aan dat in 2019 onze structurele lasten geheel worden gedekt door de structurele baten. De structurele baten in 2019 zijn 9,5 miljoen euro hoger dan de structurele lasten.

Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale gemeentelijke baten. De boekwaarde van de voorraden grond moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee.

Het kengetal grondexploitatie inclusief Meerstad daalt in 2019  en is 32,1%.

Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Als dit percentage laag ligt, betekent het dat de gemeente meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. Of dit wel of niet gebeurt is een beleidskeuze.
Hiervoor wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de landelijk gemiddelde tarieven/woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing). De belastingcapaciteit ligt boven het landelijk gemiddelde (+8,83%). Een hoge belastingcapaciteit beperkt de mogelijkheid om financiële tegenvallers op te vangen met een verhoging van tarieven.

Oordeel
Overall kunnen we concluderen dat de ratio’s laten zien dat de financiële positie van de gemeente Groningen kwetsbaar is. Dit blijkt vooral uit de netto schuldquote en de solvabiliteitsratio in 2019 en 2020.
De inzet van reserves verlaagt het eigen vermogen en verhoogt de lange financieringsbehoefte. Dit leidt tot een vermindering van de solvabiliteit en de netto schuldquote. Omdat het grootste deel van de hervormingsmaatregelen na 2020 zichtbaar worden, zien we vanaf 2021 dat de exploitatieruimte positiever wordt.

De kwetsbare financiële positie blijkt ook uit het aandeel reserves in het beschikbare weerstandsvermogen. Dit is minder geworden door de inzet van reserves ter dekking van de opgave in de begroting. Indien het financieel perspectief dit toelaat, is versterking van de financiële positie en aanvulling van de reserves in het weerstandsvermogen een belangrijk aandachtspunt voor de komende jaren.

Deze pagina is gebouwd op 06/30/2022 16:43:17 met de export van 06/30/2022 16:19:59