Paragrafen

Paragraaf 4: Onderhoud kapitaalgoederen

Beheer gemeentelijke gebouwen

Uitgangspunt bij het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is het onderhoudsniveau drie conform NEN 2767: dit is een landelijk gangbaar niveau, dat ook vastgelegd is in de Vastgoednota. De NEN-meetmethode die tijdens de inspectie wordt uitgevoerd, leidt tot een ‘score ’ die aangeeft wat de gemiddelde conditie van het onderzochte pand voor wat betreft het onderhoud is. De uitslag uit de meting is een ‘score’. De score 3, op een schaal van 1 (nieuwbouw) tot 6 (zeer slecht) betekent: redelijk (geen nieuwbouw, beperkte onderhoudsschade of onderhoudsbehoefte) met als doel het pand in stand te houden.

Voor de panden waar de gemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud zijn meerjarige onderhoudsplanningen opgesteld (MJOP’s). Deze worden jaarlijks geactualiseerd en zijn te splitsen in planmatig en niet planmatig onderhoud. Om de onderhoudskosten door de jaren heen te egaliseren, zijn onderhoudsvoorzieningen ingesteld. Voor het planmatig onderhoud wordt in de begroting jaarlijks een dotatie aan de voorziening begroot op basis van het meerjarig gemiddelde vanuit de MJOP’s. De werkelijke onderhoudskosten worden ten laste van de voorziening gebracht. Dit voorkomt een grillig verloop in de exploitatie van de onderhoudskosten. Het niet planmatig onderhoud is een inschatting op basis van diverse variabelen, zoals de leeftijd en functie van het pand. Deze inschatting is opgenomen in het MJOP en daarvoor wordt jaarlijks een bedrag in de begroting opgenomen. Deze kosten moeten conform het BBV ten laste van de exploitatie worden gebracht en kunnen zodoende tot resultaten leiden.

Kernvastgoed
Het grootste deel van de gebouwen in de portefeuille kernvastgoed is redelijk tot goed onderhouden. Voor dit deel volstaat dan ook het normaal (cyclisch) onderhoud. Voor deze gebouwen is een passende voorziening voor de komende jaren getroffen. Jaarlijks wordt daar het benodigde onderhoud uit gedekt. Zo zijn de gebouwen aan het Hanzeplein, Duinkerkenstraat, Van der Hoopstraat en Kreupelstraat relatief nieuw en die hebben op korte termijn geen grote onderhoudsingrepen nodig. Voor één gebouw in deze categorie (aan het Harm Buiterplein) is met de bouwer ervan ook een onderhoudscontract voor meerdere jaren afgesloten. Die verricht het onderhoud.

Het Stadhuis aan de Grote Markt 1 wordt grondig gerevitaliseerd. Daarbij worden ook onderhoudsmiddelen voor 2017, 2018 en 2019 ingezet. Voor het toekomstig onderhoud is van belang welke maatregelen genomen worden. Na revitalisering zal het MJOP geactualiseerd worden voor het vernieuwde Stadhuis. Dan zal blijken hoe de onderhoudslasten zich ontwikkelen.
Voor de Peizerweg 128 en de Van der Hoopstraat 3 is besloten om nieuwbouw te plegen. Gedurende de ontwikkeling van het nieuwe pand wordt een gematigd onderhoudsbeleid uitgevoerd. Bij deze nieuwbouw hoort een nieuw MJOP. Dan wordt ook duidelijk hoeveel de kosten voor het onderhoud voor de komende jaren zullen worden.
Voor het ambtelijk vastgoed wordt een strategisch huisvestingsplan gemaakt. Daarbij worden ook de onderhoudskosten meegenomen in de afweging om tot een huisvestingsstrategie per gebouw te komen. Onduidelijk is wat dit gaat betekenen voor het onderhoud van deze panden. In 2020 zal daar meer duidelijkheid in komen.    

Schoolgebouwen
De verantwoordelijkheid voor het onderhoud en het up-to-date houden van de schoolgebouwen voor primair-, speciaal-  en voortgezet onderwijs ligt - tenzij anders overeengekomen - bij de schoolbesturen. De schoolbesturen krijgen daarvoor de middelen in de lumpsumfinanciering van het rijk via de zogenaamde materiele instandhoudingsvergoeding (MI). Als gemeente hebben we daarom geen verantwoordelijkheid (financieel en inhoudelijk) voor de technische en onderwijskundige staat van die gebouwen. Omdat de gemeente wel het wettelijke claimrecht heeft, toetsen we periodiek de technische staat van de gebouwen (voor het laatst in 2019 in het kader van het Integraal Huisvestingsplan). Voor de scholen die technisch en functioneel niet meer voldoen, zijn maatregelen bepaald om de kwaliteit te verbeteren. Die maatregelen en de nodige investeringen zijn vastgelegd in het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP).

Van de gebouwen waarin meerdere functies naast onderwijs zijn samengebracht, is een aantal wel eigendom van de gemeente. Deze worden daarom door ons onderhouden. Ook schoolgebouwen, die niet meer voor onderwijs in gebruik zijn en om die reden door het schoolbestuur zijn teruggegeven aan de gemeente, zijn een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Dit geldt ook voor voormalige schoolgebouwen die een andere functie krijgen of deze al hebben gekregen. Voor deze gebouwen zijn - daar waar relevant - meerjarige onderhoudsplannen opgesteld. Onze onderhoudsplanning is in eerste instantie ingericht op instandhouding en dus NEN-conditie 3. Bij de eventuele wens voor aanpassingen aan gebouwen gaan we in overleg met de gebruikers over de mogelijkheden binnen de bestaande budgetten. Waar nodig houden we rekening met eventuele aanpassingen die nodig zijn voor aardbevingsbestendigheid.

Sociaal culturele en welzijnsaccommodaties
Voor het groot onderhoud aan alle sociaal culturele accommodaties, die onder de werking van de
accommodatienota ‘Met de blik op de wijk’ vallen, is jaarlijks een bedrag voor onderhoud beschikbaar. Dat bedrag is voor het onderhoud aan gemeentelijke én niet gemeentelijke gebouwen. Met ingang van 2018 is een onderhoudsvoorziening ingesteld voor gebouwen in gemeentelijk eigendom. Besturen met een eigen accommodatie kunnen voor onderhoudswerk subsidie bij de gemeente aanvragen. Het onderhoudsniveau van de accommodaties is redelijk tot goed te noemen. Eén uitzondering daarop is het gebouw van speeltuinvereniging Oosterpark aan de Resedastraat 2a. Dit ‘boomstammengebouw’ wordt met tijdelijke maatregelen in stand gehouden. Er zijn ontwikkelingen in de wijk, waardoor het gebouw mogelijk afgestoten kan worden. Als het gebouw echter in stand blijft, dan zijn forse ingrepen nodig.

Culturele gebouwen
In deze categorie gebouwen vallen onder meer het gebouw van Vrijdag aan de St. Jansstraat en het cultuurcentrum ‘De Oosterpoort’ aan de Trompsingel. De onderhoudsstaat van het gebouw van Vrijdag is redelijk tot goed te noemen. Er loopt een onderzoek om Vrijdag integraal te huisvesten aan de St. Jansstraat. Het cultuurcentrum ‘De Oosterpoort’ is 45 jaar oud. De kwaliteiten van het pand (alle zalen en foyers gelijkvloers) worden in toenemende mate overschaduwd door de gedateerdheid van het pand en de installaties. Dit zet de onderhoudsbudgetten onder druk. Het op lange termijn in stand houden van het pand (meer dan 10-15 jaar) vergt aanzienlijke ingrepen. Naar aanleiding van een onderzoek naar de onderhoudsstaat van ‘De Oosterpoort’ door Draaijer en Partners is het geconstateerde en noodzakelijke weg te werken achterstallig onderhoud aangepakt. Er is gekozen voor een aanpak, waarbij alleen onvermijdbare maatregelen genomen worden om het gebouw nog circa 10 jaar in stand te houden. Daarbij is flink geïnvesteerd in de brandveiligheid. Het gebouw voldoet nu aan de (minimale) eisen met betrekking tot wet- en regelgeving. Er loopt een onderzoek naar de haalbaarheid van een nieuw muziekcentrum (op een andere plaats), waarbij herontwikkeling van de locatie van het oude cultuurcentrum een onderdeel vormt.
Eind 2019 is het Forum Groningen opgeleverd. Het jaar 2020 staat in het teken van afronding van de nasleep van de bouw en het verder inregelen van het gebouw. Het bestaande MJOP moet in deze periode verder worden uitgewerkt en aangevuld op basis van praktijkervaringen van dit pand.

Sportaccommodaties
Voor onderhoud van de sportaccommodaties (Meerjarig onderhoudsprogramma) is voor 2019 een bedrag van circa 3,7 miljoen euro geraamd. De kapitaallasten (Vervangingsinvesteringsprogramma) bedragen 4,1 miljoen euro, waarvan een deel voor vervangingen. Dit budget is in 2019 ingezet voor onder meer de volgende activiteiten:
Beide uitvoeringsplannen zijn conform planning uitgevoerd.

  • Atletiekbaan Stadspark: de renovatiewerkzaamheden zijn afgerond;
  • Sportcentrum Kardinge: vervanging van de koelmachine is ‘on hold’ gezet in verband met de renovatie van Kardinge in 2023. De eerste scenario’s voor de renovatie zijn gemaakt en in februari 2020 aan het college en de raad gepresenteerd;
  • Vervanging legionella bestendige douchepanelen in de binnen- en buitensportaccommodaties is in 2019 gestart. De vervanging is verspreid over 4 jaar.
  • De bouw van nieuwe kleedkamers op sportpark Corpus den Hoorn is nagenoeg afgerond;
  • Sportpark Europapark: Dit gebouw is bijzonder, omdat de exploitatie voor 40 jaar kostprijs dekkend is vastgelegd in een samenwerking- en huurovereenkomst met het Noorderpoort College, waarbij beide partijen risicodragend zijn. Iedere 5 jaar vindt een evaluatie plaats van de gemaakte afspraken: dit betreft onder andere de vergoeding voor het onderhoud. Door deze afspraken heeft dit gebouw een eigen exploitatiebegroting die over 40 jaar sluitend is. In 2019 is het eerste exploitatiejaar doorlopen en kunnen we de cijfers en onderlinge samenwerking (met het Noorderpoort College) gaan analyseren. Daarnaast heeft een nieuw pand altijd te maken met een inregelperiode voor de installaties en wordt in het gebruik tegen (praktische) zaken aangelopen. Hiervoor is een nazorgperiode afgesproken die we eind 2020 willen afronden;
  • Na de brand op sportpark ’t Noorden zijn een nieuwe accommodatie en 2 kleedkamers gerealiseerd. Dit project wordt nog na-gecalculeerd;
  • Er zijn vier kleedkamers op sportpark De Kring gerealiseerd en in gebruik genomen. (co-investeringsfonds 2017);
  • Er zijn twee pilot non-infill kunstgrasvelden voetbal aangelegd op de sportparken Kardinge en De Verbetering;
  • Daarnaast zijn er vijf kunstgrasvelden aangelegd met een TPE infill, omdat de KNVB de non-infillvelden niet kon keuren op sporttechnische kwaliteiten vanwege gebrek aan goede meetapparatuur. De leveranciers voor deze vijf velden (Coendersborg veld 2,  Velocitas veld 3, Stadspark veld 1 en Lewenborg veld 1en 2) wilden, in afwachting van een definitief besluit van de KNVB, geen garantie geven, met uitzondering van de twee pilotvelden.

Op de sportparken vinden ieder jaar nog diverse renovatiewerkzaamheden plaats. De staat van de velden is bepalend voor het moment van renovatie. Afhankelijk van de intensiteit van het gebruik vindt de vervanging van de top- en sporttechnische lagen van kunstgrasvelden plaats tussen 9 en12 jaar, waarbij het uitgangspunt is dat de afschrijvingstermijn van een kunstgrasveld verlengd is van 11 naar 12 jaar (gemeentebegroting 2019). Jaarlijks stellen we de globale 10 jaren ‘Vervanging Investeringen Planning’ (VIP) bij. Op basis daarvan vindt elk jaar in september een check plaats over nut en noodzaak van de globaal geplande vervangingen. Bij het bepalen van de definitieve vervangingen betrekken wij de desbetreffende verenigingen.
Tevens is geïnvesteerd in het kader van duurzaamheid. Er zijn op verschillende plekken zonneboilers en zonnepanelen aangebracht, de huidige regeltechniek wordt gefaseerd verduurzaamd en alle sportvelden zijn dit jaar voorzien van ledverlichting.

Deze pagina is gebouwd op 06/30/2022 16:43:17 met de export van 06/30/2022 16:19:59