10.2.2 Problematische jeugdgroepen

Jeugdgroepen kunnen in wijken en buurten voor overlast, onrust en criminaliteit zorgen. Wij willen de overlast, onrust en criminaliteit verminderen en bestrijden en tegelijkertijd de jongeren perspectief bieden; voorkomen dat zij opnieuw in de fout gaan en hun weerbaarheid verhogen. Wij hanteren hierbij de aanpak problematische jeugdgroepen. Na 'afschaling' houden we risicojeugd in beeld en ook proberen wij nieuwe aanwas te voorkomen door middel van een risicojeugd-overleg.

Wij constateren dat er in 2019 een verharding is opgetreden binnen een aantal problematische jeugdgroepen ten opzichte van voorgaande jaren. Het geweld onderling en naar andere inwoners nam toe in omvang en aard. Het aantal criminele activiteiten nam toe. En het lijkt er op dat jeugdgroepen zich meer bewapenden met steekwapens. Dit is een trend die zichtbaar is in heel Nederland. Eén van de verklaringen hiervoor is de opkomst van de zogenaamde drill-rap uit Chicago en London, een muziekvorm die geweld en wapens verheerlijkt.

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2019 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Wat wilden we bereiken in 2019?

• Het snel en adequaat oppakken van de problematische jeugdgroepen in de wijken: het adequaat blijven signaleren, aanpakken van groepen en het doorverwijzen van jongeren (en hun ouders) die dreigen af te glijden naar overlastgevend gedrag en criminaliteit;
• Het toepassen van het landelijke 7-stappen model voor de aanpak van problematische groepen;
• Het trainen van de bij de aanpak betrokken medewerkers van ketenpartners in de Plus-Min-Mee methodiek en de daarbij behorende applicatie;
• Het verbeteren van de samenwerking tussen ketenpartners die bij de aanpak problematische jeugdgroepen in de wijk betrokken zijn;
• De rol van de lokale vierhoek in de aansturing en prioritering van de aanpak versterken;
• Het versterken van de rol van Bureau Halt in de aanpak problematische jeugdgroepen als het gaat om het afleggen van huisbezoeken;
• Het inzetten van flexibele jeugdstraatwerkers in onder meer de aanpak problematische jeugdgroepen voor het signaleren van en contact leggen met jeugdgroepen.

Wat hebben we hier voor gedaan?

• Wij hebben extra geld vrijgemaakt voor het trainen van medewerkers van ketenpartners in de Plus Min Mee methodiek, de inzet van Halt in de aanpak problematische jeugdgroepen en het verlengen van de inzet van de flexibele jeugdstraatwerkers in de aanpak. Ook hebben we sinds medio 2019 een aantal jeugd BOA’S (buitengewoon opsporingsambtenaren) die ook specifiek toezien op de problematische jongeren;
• De aanpak problematische jeugdgroepen heeft in Paddepoel, Hoogkerk en Haren geleid tot een significante verbetering van de situatie als het gaat om overlast en criminaliteit. Zo werden in Haren en Paddepoel tientallen aanhoudingen verricht van jongeren vanwege het plegen van diverse (gewelds-) delicten;
• Wij hebben een begin gemaakt met het ontwikkelen van beleid voor een sluitende keten voor kwetsbare jongeren, waarvan het risicojeugd-overleg en de aanpak problematische jeugdgroepen onderdeel zijn.

Conclusie

De aanpak problematische jeugdgroepen werkt, in die zin dat het in staat is om in korte tijd een bestaande jeugdgroep in beeld te brengen en uit elkaar te laten vallen. De aanpak neemt niet de onderliggende problematiek van jongeren en hun gezinnen weg. De aanpak voorkomt ook niet de nieuwe aanwas van onderop.
Het risicojeugd-overleg is een van de beleidsinstrumenten om deze aanwas te voorkomen. Maar er is meer nodig. Namelijk een brede kijk op de jeugdproblematiek, zowel vanuit sociaal, fysiek als economisch perspectief. Hier blijven wij op inzetten.